De initiatiefnemers Petra Boorsma, directeur bij Biosintrum en samen met Emiel Elferink, Lector duurzaam bodembeheer Van Hall Larenstein van dit project onderzoeken duurzaam bodembeheer door middel van unieke mesokosmossen. Dit zijn gecontroleerde ecosystemen die een brug slaan tussen laboratoriumonderzoek en praktijkonderzoek op het land. Petra vertelt: “De mesokosmossen bieden ons de mogelijkheid om verschillende bodemsoorten te onderzoeken in een gecontroleerde omgeving. Op deze manier kunnen we snel en efficiënt vergelijkend onderzoek doen, iets wat op een proefboerderij vaak veel ingewikkelder is.” Een mesokosmos is ongeveer een kubieke meter groot en bevat een ongestoord bodemmonster waarmee de natuurlijke omgeving nauwkeurig wordt gesimuleerd.
De huidige onderzoeken richten zich op het meten van bodemprocessen, zoals koolstofopslag en waterzuivering, die van cruciaal belang zijn voor gezond bodemgebruik. Boorsma legt uit: “Dit soort onderzoek helpt ons onder andere om het proces van duurzaam bodembeheer te versnellen en boeren nieuwe inzichten te geven voor een beter verdienmodel.” De mesokosmossen blijken een ontbrekende schakel te zijn in de onderzoekswereld. “We wisten dat er behoefte was aan deze opzet, maar we hadden niet verwacht dat ze zo snel in gebruik zouden worden genomen. Nu men weet dat dit soort onderzoek mogelijk is, groeit de vraag alleen maar.”
Het project wordt gesteund door de Regio Deal Zuidoost Friesland en valt onder een breder Kennisconsortium dat onder leiding staat van Van Hall Larenstein. Hier werken de kennisinstelling, overheden, boeren en andere betrokkenen samen. Deze samenwerking is essentieel om de onderzoeksresultaten om te zetten in beleid en praktische toepassingen voor de landbouw.
Op deze schaal zijn de mesokosmossen uniek in Nederland. De inspiratie voor het project komt uit Australië, waar het op vergelijkbare wijze wordt uitgevoerd. De enige andere Nederlandse mesokosmossen, en op veel kleinere schaal, bevinden zich in Nijmegen. De opzet van de mesokosmossen vereist veel precisie en gespecialiseerde vaardigheden. “Een speciaal getrainde lasser en kraanmachinist zijn onmisbaar,” vertelt Boorsma. Voor de installatie worden dan ook altijd dezelfde vakmensen ingezet.
Alle Nederlandse bodemsoorten zijn vertegenwoordigd in dit project, behalve löss, dat alleen in het zuiden van het land voorkomt. De laatste twintig mesokosmossen worden nog gerealiseerd, maar de toenemende vraag suggereert dat uitbreiding in de toekomst misschien wel nodig kan zijn. “We richten ons nu op de resultaten van deze opzet, maar wie weet wat de toekomst brengt,” aldus Boorsma. De duurzaamheid van de bodems in de mesokosmossen zorgt ervoor dat ze langdurig en toekomstbestendig inzetbaar blijven.
Het Fjildlab Noordoost-Fryslân is een initiatief van