Wie op de zeedijk even buiten Wierum niet naar de Waddenzee kijkt, maar juist de andere kant op, ziet wat bijzonders. Er staan daar gewassen zoals erwten en veldboontjes die je in deze streek van suikerbieten, uien en aardappelen normaal gezien niet tegenkomt.
Dat is zo omdat vier experimenterende boeren van Agrarisch Collectief Waadrâne proberen verder te komen. Niet alleen voor de eigen verdiensten, maar het moet ook beter uitpakken voor de bodem en de biodiversiteit.
Het project heet ‘Kansrijke Gewassen’ en wordt gedaan met de steun van de zogenoemde Versnellingsagenda in samenwerking met Fjildlab, de vereniging Noardlike Fryske Wâlden en hogeschool Van Hall Larenstein.
“Verscheidenheid aan rassen”
“Wij krijgen weleens vragen van wat het precies is”, zegt jonge boer Balling van Kuiken. “Wij hebben een soort van pilot opgezet. Daarbij hebben we verschillende rassen erwten en veldboontjes en willen we zien welke geschikt zijn voor deze grond en welk ras het meeste potentie heeft voor afzet voor menselijke consumptie.” Van Kuiken heeft al ervaring met het kweken van isolatiemateriaal.
Op de vraag of er ook een deel van de oogst bij hem in de pan belandt, wordt wel duidelijk dat er nog wel wat recepten gevonden moeten worden. Maar: “Die kans is wel groot en wij proberen het gewoon. Wij gaan ervan genieten”, zegt Van Kuiken en lacht.
Als je vanaf Hantum naar Brantgum rijdt, staat er vlak voor het dorpje een klein veldje met gele bloemen hoog boven de grond. Het is ooit uit Amerika gekomen en heeft nog geen Friese naam. In het Nederlands heet het zonnekroon en biologisch melkveehouder Hans Kroodsma experimenteert ermee als een vervanger van mais.
“Minder kosten en toch een goede opbrengst”
Kroodsma, die ook voorzitter is van Agrarisch Collectief Waadrâne, ziet de potentie wel van het plantje: “Ik heb het om aan mijn koeien te voeren. Het zou voor mij een vervanger van mais kunnen zijn.”
“Met mais moet je ieder jaar opnieuw inzaaien. Ik ben een melkveehouder dus ik heb niet veel verstand van ploegen en dat soort zaken. Dus als ik één keer zonnekroon in mijn land zet, dan kan dat vijfentwintig tot dertig jaar blijven staan, heb ik er minder kosten van en toch een goede opbrengst.”
Dat het aantal geschikte gewassen wordt uitgebreid, kan goed uitpakken, zegt Kroodsma: “Wij zoeken naar gewassen waar we geld mee kunnen verdienen en waardoor we wat ruimer in de bouwplannen komen te zitten. Dat is weer goed voor de grond en daardoor kunnen we duurzamer boeren. Wat opvalt is dat de bloemen een heel grote verscheidenheid aan insecten aantrekt.”
Veel water en warmte
De uitdaging met een gewas is natuurlijk dat er wel een markt voor moet zijn of moet komen. De hele keten is dan nodig om bij de consument te komen of je moet alles zelf regelen. Kroodsma gelooft er in dat voedsel uit de eigen omgeving beter is.
Voor nu is het belangrijk om uit te vinden hoe alles het doet op deze grond onder de Friese kust. De zonnekroon laat nog wel uitdagingen zien, maar de gewassen op de percelen onder de zeedijk bij Wierum doen het goed. Ook in een jaar met veel water en nu veel warmte.
Bron: Omrop Fryslân
Het Fjildlab Noordoost-Fryslân is een initiatief van