In Nederland is verzilting een groeiend probleem, met name in landbouwgebieden zoals rond het Lauwersmeer. Het project Zoet op Zout richt zich op het ontwikkelen van oplossingen voor akkerbouwers die kampen met zoute kwel en beperkte zoetwaterbeschikbaarheid. We spraken met Tine te Winkel, teamleider Water Smart Agriculture bij Acacia Water.
“Acacia Institute is de penvoerder van het project en voert een aantal van de bouwstenen uit,” vertelt Tine. Acacia Water werkt nauw samen met diverse partners, waaronder landbouworganisaties zoals de LTO. “De boeren rond het Lauwersmeer zijn, samen met ons, de initiatiefnemers van het project. Het doel is om handelingsperspectief te ontwikkelen voor akkerbouwers in verziltende gebieden.” De focus ligt met name op het vergroten van de zoetwaterbeschikbaarheid voor de akkerbouw.
Langdurige monitoring
Een van de effecten van verzilting is een verminderde wortelgroei, wat de opbrengst van gewassen beïnvloedt. De impact op de opbrengsten is aanzienlijk. Op de SPNA-locatie simuleren de onderzoekers zoute kwel om de effecten goed te kunnen monitoren. Resultaten zijn sterk afhankelijk zijn van het weer. Deze weersafhankelijkheid maakt het lastig om conclusies te trekken die op alle locaties toepasbaar zijn. Het project heeft een looptijd van drie jaar, maar er wordt gewerkt aan een vervolgproject. Door langdurige monitoring hoopt men in patronen te ontdekken waar boeren mee kunnen werken.
Groeiende interesse
Verzilting kan echter ook kansen bieden. Innovatieve oplossingen zoals ondergrondse wateropslag en aangepaste drainage bieden mogelijkheden. Maar Tine benadrukt dat het uiteindelijk de boeren zelf zijn die beslissen welke maatregelen ze nemen: “Het is aan het project om de kennis en innovaties te ontwikkelen en deze over te dragen. Er is een groeiende interesse in deze innovaties en hoe ze in de praktijk kunnen worden toegepast. Via onze pilotprojecten kunnen boeren met eigen ogen zien hoe de oplossingen werken.”
De betrokkenheid van boeren is cruciaal. In het kader van het project Boeren Meten Water meten de boeren zelf de zoutgehaltes op hun land. “Dit project is sterk gelieerd aan Zoet op Zout. Boeren hebben veel meetapparatuur op hun percelen, waardoor ze de veranderingen in verzilting nauwkeurig kunnen volgen,” aldus Tine.
Leren ermee om te gaan
Wat betreft de rol van overheden, verwacht Tine een gezamenlijke aanpak: “Veranderingen in het gemeenschappelijke watersysteem hebben gevolgen op bedrijfsniveau. Daarom is een gezamenlijke visie en aanpak nodig. Boeren en waterschappen kunnen dit niet zonder elkaar oplossen.” Verzilting is een proces dat al duizenden jaren gaande is en niet zomaar tegen te houden is. “We moeten verzilting niet proberen te stoppen, maar juist leren ermee om te gaan. Slim doorspoelen, ondergrondse wateropslag, en het kiezen van de juiste gewassen zijn allemaal belangrijke maatregelen om de zoetwaterbeschikbaarheid te waarborgen,” concludeert Tine.
Dit project is mede-mogelijk gemaakt door subsidie uit de versnellingsagenda.
Wie op de zeedijk even buiten Wierum niet naar de Waddenzee kijkt, maar juist de andere kant op, ziet wat bijzonders. Er staan daar gewassen zoals erwten en veldboontjes die je in deze streek van suikerbieten, uien en aardappelen normaal gezien niet tegenkomt.
Dat is zo omdat vier experimenterende boeren van Agrarisch Collectief Waadrâne proberen verder te komen. Niet alleen voor de eigen verdiensten, maar het moet ook beter uitpakken voor de bodem en de biodiversiteit.
Het project heet ‘Kansrijke Gewassen’ en wordt gedaan met de steun van de zogenoemde Versnellingsagenda in samenwerking met Fjildlab, de vereniging Noardlike Fryske Wâlden en hogeschool Van Hall Larenstein.
“Verscheidenheid aan rassen”
“Wij krijgen weleens vragen van wat het precies is”, zegt jonge boer Balling van Kuiken. “Wij hebben een soort van pilot opgezet. Daarbij hebben we verschillende rassen erwten en veldboontjes en willen we zien welke geschikt zijn voor deze grond en welk ras het meeste potentie heeft voor afzet voor menselijke consumptie.” Van Kuiken heeft al ervaring met het kweken van isolatiemateriaal.
Op de vraag of er ook een deel van de oogst bij hem in de pan belandt, wordt wel duidelijk dat er nog wel wat recepten gevonden moeten worden. Maar: “Die kans is wel groot en wij proberen het gewoon. Wij gaan ervan genieten”, zegt Van Kuiken en lacht.
Als je vanaf Hantum naar Brantgum rijdt, staat er vlak voor het dorpje een klein veldje met gele bloemen hoog boven de grond. Het is ooit uit Amerika gekomen en heeft nog geen Friese naam. In het Nederlands heet het zonnekroon en biologisch melkveehouder Hans Kroodsma experimenteert ermee als een vervanger van mais.
“Minder kosten en toch een goede opbrengst”
Kroodsma, die ook voorzitter is van Agrarisch Collectief Waadrâne, ziet de potentie wel van het plantje: “Ik heb het om aan mijn koeien te voeren. Het zou voor mij een vervanger van mais kunnen zijn.”
“Met mais moet je ieder jaar opnieuw inzaaien. Ik ben een melkveehouder dus ik heb niet veel verstand van ploegen en dat soort zaken. Dus als ik één keer zonnekroon in mijn land zet, dan kan dat vijfentwintig tot dertig jaar blijven staan, heb ik er minder kosten van en toch een goede opbrengst.”
Dat het aantal geschikte gewassen wordt uitgebreid, kan goed uitpakken, zegt Kroodsma: “Wij zoeken naar gewassen waar we geld mee kunnen verdienen en waardoor we wat ruimer in de bouwplannen komen te zitten. Dat is weer goed voor de grond en daardoor kunnen we duurzamer boeren. Wat opvalt is dat de bloemen een heel grote verscheidenheid aan insecten aantrekt.”
Veel water en warmte
De uitdaging met een gewas is natuurlijk dat er wel een markt voor moet zijn of moet komen. De hele keten is dan nodig om bij de consument te komen of je moet alles zelf regelen. Kroodsma gelooft er in dat voedsel uit de eigen omgeving beter is.
Voor nu is het belangrijk om uit te vinden hoe alles het doet op deze grond onder de Friese kust. De zonnekroon laat nog wel uitdagingen zien, maar de gewassen op de percelen onder de zeedijk bij Wierum doen het goed. Ook in een jaar met veel water en nu veel warmte.
Bron: Omrop Fryslân
Op woensdag 11 september a.s. ben je van harte welkom om het agrarisch natuurbeheer bij Mts. Van Kuiken in Wierum te bewonderen. Mts. van Kuiken heeft 2 vogelakkers (perceel met luzerne of klaver afgewisseld met bloem/kruidenrijke stroken) en verschillende kruidenrijke akkerranden waarbij het beheer gericht is op akkervogels zoals de veldleeuwerik en de gele kwikstaart. Maar niet alleen voor vogels zijn deze vogelakkers en akkerranden aantrekkelijk, voor insecten is het een ideale plek om nectar te verzamelen.
Onder andere (nacht)vlinders weten de vogelakkers en akkerranden te vinden. Wist je trouwens dat er meer dan 2400 verschillende nachtvlinders voorkomen in Nederland? Via het project BIMAG (Boeren Insecten Monitoring Agrarisch Gebied) worden nachtvlinders geteld om beter zicht te krijgen op de ontwikkeling van de vlinderstand in het agrarisch gebied. Ook in het werkgebied van Waadrâne wordt op verschillende plaatsen meegedaan aan dit project. Tijdens deze excursie vertellen we je er graag meer over en laten we zien hoe we de nachtvlinders vangen en tellen. Daarnaast vertellen we je wat het akkervogelbeheer inhoudt en vertelt Van Kuiken wat zijn motivatie is om aan agrarisch natuurbeheer te doen.
Locatie: Mts. Van Kuiken, vertrek vanaf parkeerplaats Koaterhústerwei in Wierum
Datum: 11 september om 19:30 uur
Wil je erbij zijn? Meld je dan aan via het aanmeldformulier.
Nederland heeft de afgelopen jaren steeds vaker te maken gehad met hete en droge zomers, waarbij de grondwatervoorraad onder druk kwam te staan. Dit had gewasschade en verdroging van natuur tot gevolg. De afgelopen zes jaar boekten tientallen Friese agrariërs succes in het vasthouden van water met als resultaat een hogere grondwaterstand in de zomer en minder droogteschade aan gewassen en natuur. Bij een meer grootschalige aanpak op gebiedsniveau wordt de grondwaterstand in de zomer zelfs structureel verhoogd.
Hogeschool Van Hall Larenstein (HVHL) en Wageningen Livestock Research (WUR) onderzochten in de afgelopen drie jaar de effecten van water vasthouden op zandgebieden in het oosten van de provincie Fryslân.
Lees hier het hele artikel en de verwijzing naar het volledige rapport.
In het project Kruiden tussen de Coulissen zoeken we antwoord op de vraag: Levert ingezaaid productief kruidenrijk grasland meer biodiversiteit op en draagt dit ook bij aan de biodiversiteit van het omringende coulisselandschap? Om dit te onderzoeken worden er metingen gedaan in zowel regulier (gangbaar) grasland, productief kruidenrijk (ingezaaid) grasland als op half-natuurlijk (extensief) kruidenrijk grasland. Vervolgens is de aanwezige biodiversiteit vergeleken. Ook wordt er gekeken naar de opbrengsten en kwaliteit van het verse maaisel. Een belangrijke rol in het onderzoek spelen de coulissen vertelt Ernst Oosterveld van bureau Altenburg & Wymenga: ‘In het onderzoek kijken we naar effecten in het grasland en naar de relatie tussen kruiden in het perceel en aangrenzende houtwallen en elzensingels. Zo kunnen we zien of het coulisselandschap een onderscheidende waarde heeft voor insecten.’
Lees het interview met Ernst Oosterveld en deelnemer Bart Henstra hier
Bijna 100 bodemmonsters, het plaatsen van sensoren en plannen maken voor graslandbemonstering: het project Boeren tussen Boomwallen is volop in actie. Met het project ‘Boeren tussen Boomwallen’ willen wij in beeld krijgen wat de voordelen en nadelen van houtwallen en elzensingels zijn in de Noordelijke Friese Wouden. Op onze website lees je een update over de start van de monitoring van houtwallen en elzensingels, koolstofvastlegging, biodiversiteit, dierenwelzijn, landschap & recreatie en klimaatrobuustheid.
Lees in dit verslag wat er tot april 2024 binnen dit project is gebeurd
In februari en maart 2021 zijn de kennistafels van het Fjildlab bijeengekomen om bestaande- en nieuwe projectideeën uit te werken zodat die kunnen worden ingediend bij de subsidieregeling Versnellingsagenda (Regiodeal Noordoost-Fryslân). Uitgangspunt is om ideeën bottom-up (vanuit de praktijk) uit te werken binnen de 8 thema’s van het Fjildlab. Er zijn plannen voor bijvoorbeeld duurzaam bodembeheer en teelt, lokaal biomassagebruik en nutriëntenbenutting, zilte teelt en het vermarkten van lokale producten en het leveren van ecosysteemdiensten.
Lectoren van hogeschool Van Hall Larenstein zitten de kennistafels voor om zo de verbinding te leggen met bestaande initiatieven of zorgen ervoor dat er groepjes worden geformeerd om een idee verder uit te werken. De projectplannen kunnen in mei 2021 worden ingediend bij het subsidiebureau van de Versnellingsagenda. Binnenkort komen de kennistafels weer bijeen. Heeft u een idee voor de kringloop landbouw en de circulaire economie dan bent u van harte welkom. Kijk voor meer informatie, de ideeën per thema en de data op www.fjildlab.nl.
De producenten van voedsel concurreren vaak om de laagste prijs waardoor er weinig marge is. Hierdoor blijven kansen om het productiesysteem te verduurzamen en de biodiversiteit te verbeteren achter. Daarnaast wordt er veel voedsel verspild. Om dit te verbeteren zijn de projecten Regionale producten voor-goed-eten van het Coöperatief Centrum voor Regionaal Voedsel (CCRV) en De Verspillingsmarkt van de initiatiefnemer Fjild in samenwerking met Greydanus Groothanden en Kaaij Kwekerij gestart. Vanuit de subsidieregeling Versnellingsagenda is respectievelijk 43.225 euro en 236.550 euro aan deze projecten toegekend. De projecten zijn in samenwerking met het Fjildlab tot stand gekomen.
Regionale producten voor-goed-eten
Binnen het project wordt gewerkt aan afzetgaranties voor de producenten zodat zij de voedselproductie kunnen vernieuwen. Hierbij ligt de nadruk op productiewijzen die het milieu minder belasten en de biodiversiteit verbeteren. Voor het stimuleren van een ander consumptiegedrag is bewustwording en een eerlijk verhaal over voeding en productiewijzen nodig. Ook deze communicatie is ook onderdeel van het project. Het project loopt tot en met december 2021.
VerspillingsMarkt
Veel verschillende producten die om ‘cosmetische’ reden niet aansluiten bij de wensen van de markt worden weggegooid. Deze producten zijn o.a. afkomstig uit de landbouw, akkerbouw, (glas)tuinbouw en retail en worden vanwege een afwijkende vorm, grootte, scheuren of vlekjes niet voor directe consumptie gebruikt. Fjild, Greydanus Groothandel en Kaaij Kwekerij willen met het project VerspillingsMarkt actief voedselverspilling verminderen en gezamenlijk streven naar een gesloten voedselkringloop. De ambitie is om te ontwikkelen tot het kenniscentrum van Noordoost-Fryslân op het gebied van voedselverspilling en het terugbrengen van verspilling in de gehele voedselketen met de focus op aardappel-, groente- en fruit-producten. Het project loopt tot en met september 2023.
Versnellingsagenda
De bedragen zijn beschikbaar gesteld vanuit de subsidieregeling Versnellingsagenda. Via deze subsidieregeling wordt geld uit de Regio Deal Noordoost-Fryslân beschikbaar gesteld voor projecten die de economie stimuleren.
Het Fjildlab Noordoost-Fryslân is een initiatief van