Grond voor de Toekomst – Fjildlab documentaire

Op de slotbijeenkomst van Fjildlab op vrijdag 6 december ging de documentaire in première. Een terugblik op vijf jaar Fjildlab liet zien hoe de samenwerking in de regio heeft geleid tot concrete resultaten. De première werd positief ontvangen door de bezoekers en is nu ook online vindbaar. Bekijk Grond voor de Toekomst hieronder en vergeet niet te genieten van de prachtige omgeving van regio Noordoost Friesland.

Een stormachtig succes: Fjildlab en de Takomst

Zelfs de reis naar Fjildlab & de Takomst was een beleving – windkracht 7 en toch een geweldige opkomst! Met meer dan 100 bezoekers op de inspiratiemarkt, 21 projecten die resultaten deelden en goede gesprekken over kansen en mogelijkheden in de agrarische sector. Wij kijken terug op een geslaagd evenement.

Jan Klink, programmaleider van de AgroAgenda Noord Nederland, opende de inspiratiemarkt en lichtte toe hoe de AgroAgenda bijdraagt aan de toekomst van de landbouw in het Noorden. De projecten benadrukten het belang van samenwerking: van ondernemers tot onderzoekers, samen zorgden ze voor innovatieve ontdekkingen en nieuwe verdienmodellen in de circulaire landbouw.

Hoogtepunt was de première van de documentaire Grond voor de Toekomst. Deze terugblik op vijf jaar Fjildlab liet zien hoe de samenwerking in de regio heeft geleid tot concrete resultaten. Gemist? Je kunt de documentaire nu online bekijken. De ochtend werd afgesloten met een heerlijke barbecue van de Burning Baarch – een smakelijke afsluiting van een inspirerende dag.

Hoewel het project Fjildlab afloopt, blijven de verbindingen en bewegingen die zijn gestart doorgaan. De zaadjes die zijn geplant, groeien verder. De landbouw in Noordoost Fryslân staat voor uitdagingen, maar biedt ook volop kansen.

Op vrijdagmiddag kwamen de bestuurders uit de regio samen om in gesprek te gaan over toekomst van de regionale landbouw en op welke manier de initiatieven en ideeën ondersteund kunnen worden. Er zijn bedreigingen in de landbouw, maar ook volop kansen. Uit het overleg is een duidelijk signaal gekomen dat het belangrijk is om de boeren in regio Noordoost Friesland gezamenlijk te blijven ondersteunen.

Uitnodiging Fjildlab en de Takomst

Buitenpost – Hoe maken we de landbouw in Noordoost Fryslân toekomstbestendig? Stichting Fjildlab heeft zich de afgelopen jaren ingezet om vragen vanuit de agrarische sector om te zetten in projecten. Door het verbinden van onderzoek en onderwijs aan de proefvelden in Noordoost Fryslân werd de opgedane kennis vermenigvuldigd en werd gezamenlijk gewerkt aan nieuwe businesscases voor de boer. Fjildlab is begonnen aan haar afronding, maar de innovaties en opgedane inzichten zijn blijvend. Op het evenement Fjildlab en de Takomst maken we de innovaties, opgedane inzichten en ontwikkelingen vanuit de regio zichtbaar. Meld je aan voor de bijeenkomst: deze inspiratie uit de regio wil je niet missen!

Op vrijdag 6 december starten we met een inspirerende en interactieve markt, waar de meest recente ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid en circulaire economie in de Friese landbouwsector samenkomen. Projecten uit de regio delen hun bevindingen, dit wordt gedaan in korte presentaties, met beeldmateriaal en met demonstraties. Agrariërs en geïnteresseerden krijgen de kans om zich te verdiepen in de kansen voor hun bedrijf, om meer informatie op te halen over nieuwe gewassen en om in gesprek te gaan met de betrokken partijen. Rond het middaguur verzorgt De Burning Baarch een uitgebreide barbecue. De toegang is gratis en iedereen met interesse in innovatie, duurzaamheid en de kracht van de landbouw is van harte welkom.

Jan Klink van AgroAgenda NoordNederland zal de inspiratiemarkt openen en zijn visie delen over de toekomst van de agrarische sector en de kansen die er liggen voor de boeren in de provincie.

Fjildlab fungeert als veldlaboratorium voor nieuwe inzichten in duurzame landbouw en circulaire economie in Noordoost Fryslân. Het project loopt aan het einde van dit jaar af, waardoor het evenement op vrijdag 6 december een symbolisch moment is om terug te blikken op de behaalde resultaten en vooruit te kijken naar de toekomst. De agrarische sector is goed vertegenwoordigd in de regio en zal ook de aankomende jaren blijven innoveren. De inspiratiemarkt biedt bezoekers de kans om in contact te komen met de pioniers achter de projecten en om te ontdekken welke samenwerkingen en innovaties de regio verder vooruit helpen.

Programma
Fjildlab en de Takomst vindt plaats op vrijdag 6 december bij boerderij De Hammerslag in Westergeest. Inloop is vanaf 9:30 uur en op 10.00 uur wordt de inspiratiemarkt geopend met een welkomstwoord van Jan Klink. Rond het middaguur vindt de première van de Fjildlab DOC plaats. Gevolgd door een uitgebreide barbecue en volop gelegenheid om te met elkaar in gesprek te gaan. Om 14:00 uur wordt de dag afgesloten. Meld je aan voor dinsdag 26 november.

Zoet op Zout: Innovaties tegen verzilting

In Nederland is verzilting een groeiend probleem, met name in landbouwgebieden zoals rond het Lauwersmeer. Het project Zoet op Zout richt zich op het ontwikkelen van oplossingen voor akkerbouwers die kampen met zoute kwel en beperkte zoetwaterbeschikbaarheid. We spraken met Tine te Winkel, teamleider Water Smart Agriculture bij Acacia Water.

“Acacia Institute is de penvoerder van het project en voert een aantal van de bouwstenen uit,” vertelt Tine. Acacia Water werkt nauw samen met diverse partners, waaronder landbouworganisaties zoals de LTO. “De boeren rond het Lauwersmeer zijn, samen met ons, de initiatiefnemers van het project. Het doel is om handelingsperspectief te ontwikkelen voor akkerbouwers in verziltende gebieden.” De focus ligt met name op het vergroten van de zoetwaterbeschikbaarheid voor de akkerbouw.

Langdurige monitoring
Een van de effecten van verzilting is een verminderde wortelgroei, wat de opbrengst van gewassen beïnvloedt. De impact op de opbrengsten is aanzienlijk. Op de SPNA-locatie simuleren de onderzoekers zoute kwel om de effecten goed te kunnen monitoren. Resultaten zijn sterk afhankelijk zijn van het weer. Deze weersafhankelijkheid maakt het lastig om conclusies te trekken die op alle locaties toepasbaar zijn. Het project heeft een looptijd van drie jaar, maar er wordt gewerkt aan een vervolgproject. Door langdurige monitoring hoopt men in patronen te ontdekken waar boeren mee kunnen werken.

Groeiende interesse
Verzilting kan echter ook kansen bieden. Innovatieve oplossingen zoals ondergrondse wateropslag en aangepaste drainage bieden mogelijkheden. Maar Tine benadrukt dat het uiteindelijk de boeren zelf zijn die beslissen welke maatregelen ze nemen: “Het is aan het project om de kennis en innovaties te ontwikkelen en deze over te dragen. Er is een groeiende interesse in deze innovaties en hoe ze in de praktijk kunnen worden toegepast. Via onze pilotprojecten kunnen boeren met eigen ogen zien hoe de oplossingen werken.”

De betrokkenheid van boeren is cruciaal. In het kader van het project Boeren Meten Water meten de boeren zelf de zoutgehaltes op hun land. “Dit project is sterk gelieerd aan Zoet op Zout. Boeren hebben veel meetapparatuur op hun percelen, waardoor ze de veranderingen in verzilting nauwkeurig kunnen volgen,” aldus Tine.

Leren ermee om te gaan
Wat betreft de rol van overheden, verwacht Tine een gezamenlijke aanpak: “Veranderingen in het gemeenschappelijke watersysteem hebben gevolgen op bedrijfsniveau. Daarom is een gezamenlijke visie en aanpak nodig. Boeren en waterschappen kunnen dit niet zonder elkaar oplossen.” Verzilting is een proces dat al duizenden jaren gaande is en niet zomaar tegen te houden is. “We moeten verzilting niet proberen te stoppen, maar juist leren ermee om te gaan. Slim doorspoelen, ondergrondse wateropslag, en het kiezen van de juiste gewassen zijn allemaal belangrijke maatregelen om de zoetwaterbeschikbaarheid te waarborgen,” concludeert Tine.

Dit project is mede-mogelijk gemaakt door subsidie uit de versnellingsagenda.

Bouwboeren aan Waddenkust willen met nieuwe gewassen duurzamer kweken: “We proberen het gewoon”

Wie op de zeedijk even buiten Wierum niet naar de Waddenzee kijkt, maar juist de andere kant op, ziet wat bijzonders. Er staan daar gewassen zoals erwten en veldboontjes die je in deze streek van suikerbieten, uien en aardappelen normaal gezien niet tegenkomt.

Dat is zo omdat vier experimenterende boeren van Agrarisch Collectief Waadrâne proberen verder te komen. Niet alleen voor de eigen verdiensten, maar het moet ook beter uitpakken voor de bodem en de biodiversiteit.

Het project heet ‘Kansrijke Gewassen’ en wordt gedaan met de steun van de zogenoemde Versnellingsagenda in samenwerking met Fjildlab, de vereniging Noardlike Fryske Wâlden en hogeschool Van Hall Larenstein.

“Verscheidenheid aan rassen”
“Wij krijgen weleens vragen van wat het precies is”, zegt jonge boer Balling van Kuiken. “Wij hebben een soort van pilot opgezet. Daarbij hebben we verschillende rassen erwten en veldboontjes en willen we zien welke geschikt zijn voor deze grond en welk ras het meeste potentie heeft voor afzet voor menselijke consumptie.” Van Kuiken heeft al ervaring met het kweken van isolatiemateriaal.

Op de vraag of er ook een deel van de oogst bij hem in de pan belandt, wordt wel duidelijk dat er nog wel wat recepten gevonden moeten worden. Maar: “Die kans is wel groot en wij proberen het gewoon. Wij gaan ervan genieten”, zegt Van Kuiken en lacht.

Als je vanaf Hantum naar Brantgum rijdt, staat er vlak voor het dorpje een klein veldje met gele bloemen hoog boven de grond. Het is ooit uit Amerika gekomen en heeft nog geen Friese naam. In het Nederlands heet het zonnekroon en biologisch melkveehouder Hans Kroodsma experimenteert ermee als een vervanger van mais.

“Minder kosten en toch een goede opbrengst”
Kroodsma, die ook voorzitter is van Agrarisch Collectief Waadrâne, ziet de potentie wel van het plantje: “Ik heb het om aan mijn koeien te voeren. Het zou voor mij een vervanger van mais kunnen zijn.”

“Met mais moet je ieder jaar opnieuw inzaaien. Ik ben een melkveehouder dus ik heb niet veel verstand van ploegen en dat soort zaken. Dus als ik één keer zonnekroon in mijn land zet, dan kan dat vijfentwintig tot dertig jaar blijven staan, heb ik er minder kosten van en toch een goede opbrengst.”

Dat het aantal geschikte gewassen wordt uitgebreid, kan goed uitpakken, zegt Kroodsma: “Wij zoeken naar gewassen waar we geld mee kunnen verdienen en waardoor we wat ruimer in de bouwplannen komen te zitten. Dat is weer goed voor de grond en daardoor kunnen we duurzamer boeren. Wat opvalt is dat de bloemen een heel grote verscheidenheid aan insecten aantrekt.”

Veel water en warmte
De uitdaging met een gewas is natuurlijk dat er wel een markt voor moet zijn of moet komen. De hele keten is dan nodig om bij de consument te komen of je moet alles zelf regelen. Kroodsma gelooft er in dat voedsel uit de eigen omgeving beter is.

Voor nu is het belangrijk om uit te vinden hoe alles het doet op deze grond onder de Friese kust. De zonnekroon laat nog wel uitdagingen zien, maar de gewassen op de percelen onder de zeedijk bij Wierum doen het goed. Ook in een jaar met veel water en nu veel warmte.

Bron: Omrop Fryslân

Tour de Boer

Op woensdag 11 september a.s. ben je van harte welkom om het agrarisch natuurbeheer bij Mts. Van Kuiken in Wierum te bewonderen. Mts. van Kuiken heeft 2 vogelakkers (perceel met luzerne of klaver afgewisseld met bloem/kruidenrijke stroken) en verschillende kruidenrijke akkerranden waarbij het beheer gericht is op akkervogels zoals de veldleeuwerik en de gele kwikstaart. Maar niet alleen voor vogels zijn deze vogelakkers en akkerranden aantrekkelijk, voor insecten is het een ideale plek om nectar te verzamelen.

Onder andere (nacht)vlinders weten de vogelakkers en akkerranden te vinden. Wist je trouwens dat er meer dan 2400 verschillende nachtvlinders voorkomen in Nederland? Via het project BIMAG (Boeren Insecten Monitoring Agrarisch Gebied) worden nachtvlinders geteld om beter zicht te krijgen op de ontwikkeling van de vlinderstand in het agrarisch gebied. Ook in het werkgebied van Waadrâne wordt op verschillende plaatsen meegedaan aan dit project. Tijdens deze excursie vertellen we je er graag meer over en laten we zien hoe we de nachtvlinders vangen en tellen. Daarnaast vertellen we je wat het akkervogelbeheer inhoudt en vertelt Van Kuiken wat zijn motivatie is om aan agrarisch natuurbeheer te doen.

Locatie: Mts. Van Kuiken, vertrek vanaf parkeerplaats Koaterhústerwei in Wierum
Datum: 11 september om 19:30 uur

Wil je erbij zijn? Meld je dan aan via het aanmeldformulier.

Excursie Kansrijke Gewassen – Koolzaad

Koolzaad is een rustgewas en wordt voornamelijk geteeld voor de olie. Momenteel gebruiken wij in Nederland voornamelijk zonnebloem- en olijfolie wat geïmporteerd moet worden vanuit het buitenland. Door onvoorspelbare situaties (e.g. droogte, oorlog) kunnen de prijzen gigantisch oplopen of er wordt ermee gesjoemeld.

Programma maandag 9 september 2024
Bij mooi weer zal de koolzaad tijdens de excursie worden geoogst. Als dit niet kan kunnen we bij de molenaar terecht.

Bij de excursie zijn verschillende partijen aanwezig zijn die kansen zien in het verwerken van het gewas of voor teeltoptimalisatie.

  • Hogeschool Van Hall Larenstein zal ingaan op de inhoud en het doel van het project
  • Verwerkend bedrijf over kansen en mogelijkheden in het verwerken van het gewas
  • De agrariër laat zien wat er gebeurt op het perceel en vertelt wat zijn motivatie is om aan het project mee te doen

Locatie: Ie, Humaldawei nabij huisnr. 47/49
Datum: 9 september van 13:00-15:00 uur

Aanmelden voor deze excursie kan via info@waadrane.frl of ruben.dummer@hvhl.nl

Lees hier meer over het project ‘Kansrijke gewassen’.

Demoavond strokenteelt Engwierum

Boer Botmas verteld waarom hij aan regeneratieve landbouw doet en wat het hem oplevert.
De demoavond vindt plaats bij akkerbouwbedrijf Botmas (Bûtendykswei 27, 9132 ED Engwierum) op dinsdag 27 augustus van 19:00 tot 21:00.
Lees hier meer

Verzilting leren begrijpen

Met de veranderende klimaatomstandigheden wordt verzilting steeds meer een aspect waar akkerbouwers aan de Waddenkust rekening mee moeten houden. Maar wat gebeurt er nou precies met de bodem, het water en het gewas bij verzilting? En hoe herken je het?

Deze vragen staan centraal bij het onderzoek van Zoet op Zout dat door LTO Noord wordt ondersteund.

Tijdens de thema-avond Verzilting op donderdag 27 juni gaven projectleider Carina Rietema van SPNA en programmamanager Tine te Winkel van Acacia Water een toelichting op de praktijkproeven die worden gedaan op 3 proefvelden.

Wat hebben jullie onderzocht?

Rietema: “Met ondergrondse druppelirrigatieslangen wordt de opkomende kweldruk gesimuleerd op het proefveld met aardappelen, granen en zaaiuien. In de jaren 2021 tot 2023 is de helft van de percelen met zoutwater (ondergronds) geïrrigeerd en de andere helft met zoetwater. Omdat elk gewas dan een zoet én zout deel heeft, kan de invloed van verzilting op gewas en bodem goed bestudeerd worden.”

Wat zijn de meest opvallende resultaten zijn uit het proefveld?

Rietema: “Uit de metingen van de afgelopen jaren was het in 2021 te nat met regenval om verzilting daadwerkelijk te simuleren in het proefveld. Wel zagen we bij een aantal droge momenten in 2022 en 2023 dat het zoute water uit de slangen korte tijd omhoog kwam. Maar zodra het in het najaar weer gaat regenen, wordt de ondergrond weer vochtig en stroomt het zout naar de sloot en komt niet omhoog richting de wortelzone. Door het regenwater is er dus nauwelijks verzilting opgetreden en daardoor zijn er geen opvallende verschillen in de bodemstructuur gesignaleerd. Ook in gewasgroei, stand en plantaantallen waren er geen zichtbare en nauwelijks meetbare verschillen tussen het zoete en zoute deel van het proefveld. Wel zien we signalen dat de mate van beworteling wordt beïnvloed door de aanwezigheid van zout water, waarbij dit bij de wintertarwe het meest tekenend is. We zagen significant minder wortels in de zoute delen en de beworteling was ondieper.

Wat kunnen boeren en tuinders met deze informatie?

Te Winkel: “Verzilting levert zowel problemen als kansen op. Weten hoe je kunt omgaan met verzilting, geeft boeren en tuinders een voordeel. De onderzoeken op de proefvelden geven belangrijke basiskennis voor verdere ontwikkeling van oplossingen en handvaten.”

Wat is het vervolg?

Rietema: “Van de proeven hebben we geleerd dat we continue vernatting van de ondergrond vanuit onze ondergrondse druppelslangen moeten  voorkomen en daarom passen we dit jaar het druppelregime aan waarbij er meer op basis van capillaire vraag rond 50cm diepte zal worden gedruppeld. Ook het belang van fysieke grond-monsteranalyses in het daadwerkelijke groeiseizoen en de waarde van de dronedata en inhoudsstoffenmetingen zijn een belangrijk leerpunt, waarmee we in het komende jaar weer een verbeterstap willen zetten. Daarnaast zijn de waargenomen verschillen op het gebied van o.a. beworteling en inhoudsstoffen aanleiding om te gaan experimenteren met de mogelijkheden van het in kaart brengen van rasverschillen tussen gemeten parameters.

Welke concrete toepassingen komen uit het project Zoet op Zout?

Te Winkel: “In Zoet op Zout werken we met 5 bouwstenen gericht op duurzame en toekomstgerichte landbouw. Antiverziltingsdrainage is er één. In het noorden van Nederland zijn op 6 locaties installaties opgezet. Boeren kunnen hiermee een extra waterbuffer opbouwen in hun percelen om het zoute grondwater ver van de wortelzone te houden. Een andere bouwsteen is ondergrondse opslag, waarbij drainagewater op 10 meter diepte wordt opgeslagen. Hiervoor is veel interesse, omdat dit water geschikt is gebleken voor irrigatie van pootgoed. Wetenschappelijk onderzoek van de TU Delft laat zien dat bruinrot afsterft bij ondergrondse opslag. Een belangrijk gegeven voor de NVWA (Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit). We leggen op dit moment een pilotlocatie aan in Termunten, in het noordoosten van Groningen. Vanaf 2025 kunnen boeren deze locatie bezoeken en kennis opdoen over deze toepassing van ondergrondse opslag voor irrigatie.”

Meer informatie en de uitgebreide rapportages vind je op:

Het project Zoet op Zout onderzoekt en test de mogelijkheden om verzilting in het noordelijk zeekleigebied tegen te gaan en hoe de cruciale zoetwatervoorraad beschikbaar kan blijven. Deze kennis wordt gedeeld met boeren en tuinders  zodat zij hun gewassen ook in de toekomst in het Waddengebied kunnen blijven telen. Mede mogelijk gemaakt door Acacia Water en LTO Noord.

Dit project wordt mede gefinancierd vanuit de Versnellingsagenda.

Bron: LTO Noord

Kruiden tussen de coulissen: Resultaat eerste metingen kruidenrijk grasland in elzensingels en houtwallen

In het project “Kruiden tussen de Coulissen” onderzoekt vereniging Noardlike Fryske Wâlden samen met diverse partners de impact van kruidenrijk grasland op de boven- en ondergrondse biodiversiteit tussen singels en wallen. Er wordt gekeken naar de effecten op het leven in de singels en wallen, en andersom. In mei 2024 zijn de eerste metingen van het tweede onderzoeksjaar gestart, met een focus op insecten in het kruidenrijke grasland van het coulisselandschap. Steeds meer boeren zaaien kruidenrijke mengsels in vanwege de voordelen voor koeiengezondheid, droogtebestendigheid en bemestingskosten. Maar draagt dit ook bij aan de biodiversiteit?

In het onderzoek vergelijken we ingezaaid kruidenrijk grasland met half natuurlijk (extensief) grasland en gangbaar productiegrasland. In het eerste onderzoeksjaar bleek dat de ingezaaide kruiden mogelijk meer nectar konden produceren dan gangbaar grasland, maar dat ze dat maar kort deden omdat ze weinig kans kregen om te bloeien. De voederwaarde van het kruidenrijk grasland snel daalt als kruiden tot bloei komen. Het half-natuurlijke grasland produceerde vooral vroeg in het jaar de meeste nectar.

De bovengrondse insectendiversiteit werd gemeten aan insectenfamilies, gevangen met plakvallen. Bodem oppervlakte bewonende insecten werden gemeten met potvallen. Er was veel verschil in de gemeenschap van de insectenfamilies op het grasland en in de boomwallen. De gemeenschap van insectenfamilies van ingezaaid kruidenrijk grasland lag tussen gangbaar en extensief grasland in.

Ingezaaid kruidenrijke situaties scoorden hoog in zweefvliegen diversiteit op plakvallen, in insectendiversiteit gevangen in potvallen, in aantallen insecten op plakvallen en aantallen loopkevers in potvallen. Extensief grasland scoorde hoog in insectendiversiteit op plakvallen, in Loopkever diversiteit in potvallen en aantallen spinnen in potvallen. Deze tussenstand suggereert dat ingezaaid kruidenrijk grasland sommige insectengroepen kan ondersteunen.

Voor de ondergrondse diversiteit in wormen leek het erop dat in ingezaaid kruidenrijk en gangbaar grasland een groter aandeel rode wormen voorkomt dan in half natuurlijk grasland. Dat is goed voor de bodemkwaliteit want rode wormen graven verticale gangen. Die zijn belangrijk voor de beluchting en het watervasthoudend vermogen van de bodem.

Een verrassing was dat in singels en wallen die aan het kruidenrijk grasland grenzen, meer poep van rupsen werd opgevangen dan  in singels en wallen langs gangbaar grasland. De rupsen zijn belangrijk voedsel voor zangvogels die in de boomwallen  broeden. Ook deze voorlopige tussenstand suggereert dat ingezaaid kruidenrijk grasland toegevoegde waarde heeft voor lokale insectenstand. We zien vooruit naar de metingen van het nieuwe jaar om te zien of deze patronen bestendig zijn.

Het interview met onderzoeker Ernst Oosterveld en deelnemer Bart Henstra lees je hier

Dit project wordt mede gefinancierd vanuit de Versnellingsagenda.

Het Fjildlab Noordoost-Fryslân is een initiatief van

© 2019 - 2025 · Fjildlab: veldlaboratorium in Noordoost-Fryslân · Ontwerp & Ontwikkeling Custard on- & offline communicatie